Immaterieel erfgoed


De geschiedenis en het gebruik van de midwinterhoorn

Het midwinterhoornblazen had in voorchristelijke tijd al een symbolische betekenis. In de Romeinse tijd dachten de Germanen dat in de winter het licht niet meer terug zou komen. Men blies daarom op een hoorn om de duisternis te verdrijven. Ook de Bataven bliezen op een hoorn tijdens het zogeheten Joelfeest en wilden daarmee hun vruchtbare grond beschermen tegen boze geesten. De hoorn die men destijds gebruikte was waarschijnlijk een uitgeholde runderhoorn. Later, toen de heidenen werden gekerstend is het gebruik door de christenen overgenomen en werd er geblazen om de geboorte van Christus aan te kondigen.

Om het effect zo sterk mogelijk te maken bespeelt men vaak de hoorn vanaf de rand van een diepe put, zodat de lage toon extra versterkt wordt. Verder bestond het gebruik om de “natte hoorn” in de put op te hangen zodat deze door het water begon uit te zetten. Hierdoor sloten de beide helften luchtdicht op elkaar. Mede door het gewicht van de hoorn gaf men er de voorkeur aan vanaf de rand van de put te blazen.

Het blazen begint op de eerste zondag van de advent en eindigt op Drie Koningen. Het midwinterhoornblazen geschiedt in een traditioneel gebied, te weten Twente en de Achterhoek met het aangrenzende Duitse gebied. Het midwinterhoornblazen is ook een oud Gelders gebruik wat blijkt uit een briefwisseling uit 1815 waar wordt gesproken over een Middewinters Horen die 20 jaar in de familie was. Zie hier de omzetting door Ben Jonker. Uit oude documenten blijkt, dat er in 1485 werd geblazen in Sonsbeck, een plaatsje achter Kleve. Dat gebied vormde destijds een geheel met de Achterhoek, omdat de landgrenzen toen anders liepen.

Folklore
Het symbolische gebruik stierf uit en met de komst van moderne communicatie- middelen verdween ook de praktische rol van de hoorn (bijv. als er bij een boer hulp verlangd werd bij de geboorte van een kalf, werd er ook op een hoorn geblazen). Pas in de vijftiger jaren begonnen liefhebbers, uit folkloristische overwegingen, het hoornblazen in ere te herstellen.

Solo-instrument
De midwinterhoorn is een uitgesproken solo-instrument. Als een aantal mensen samen blazen is dat geen gehoor. Bijna geen twee hoorns klinken gelijk. Als dit wel gebeurt, mag dit puur toeval genoemd worden. Een hoorn klinkt het mooist als je hem van enige afstand hoort. Onder de juiste omstandigheden, met winters weer en een harde bodem, kun je kilometers ver het geluid horen.

Immaterieel erfgoed
De Federatie van Gelderse Midwinterhoorngroepen, waar d'Olde Roop ook lid van is, heeft op 13 december 2013 in Losser het certificaat ontvangen dat behoort bij de opname van de traditie midwinterhoornblazen op de Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed. Ook Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe ontvangt dan dit certificaat. Beide organisaties hebben gezamenlijk begin 2013 die aanvraag tot opname gedaan. De Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed is een gevolg op het ondertekenen van het UNESCO verdrag ter bescherming van Immaterieel Erfgoed door de staat der Nederlanden in 2012. De Federatie is er trots op dat het midwinterhoornblazen in Gelderland en Overijssel op deze wijze erkend wordt. De erkenning brengt met zich mee dat de Federatie zich in de komende jaren in gaat spannen om de traditie van midwinterhoornblazen levend te houden en door te geven aan een volgende generatie. Daarvoor hebben een aantal lokale midwinterhoorngroepen begin 2013 de Federatie van Gelderse Midwinterhoorngroepen ook opgericht. Inmiddels zijn elf lokale groepen lid geworden van de Federatie met naar schatting 75% van alle actieve blazers in Gelderland. Het “anblaozen” in Gelderland en Twente vindt elk jaar op de eerste Adventszondag plaats. Op Driekoningen, 6 januari, blazen de midwinterhoorngroepen weer af.

Naast het midwinterhoornblazen is ook het bouwen van een midwinterhoorn als immaterieel erfgoed aangemerkt en opgenomen in de Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed.